Skip to content

Menu

Museum Helmond

Niel Steenbergen

[Niel Steenbergen, zoon van een musicus, wordt op 18 april 1911 geboren in het Brabantse Steenbergen. Steenbergen gaat naar het Sint-Norbertuslyceum in Roosendaal, waar hij in 1929 examen doet. Later dat jaar begint hij met een opleiding aan de Tilburgse Academie voor Beeldende en Technische Vakken, waar hij later in zijn leven zelf docent zal worden. Hij verlaat Tilburg na drie jaar om zich verder te ontwikkelen aan het Nationaal Hoger Instituut voor Schone Kunsten en Architectuur in Antwerpen. Na Antwerpen studeert Steenbergen in Amsterdam. Daar krijgt hij aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten les van beeldhouwer Jan Bronner, de man die de kunstenaar in 1937 zijn eerste officiële opdracht bezorgt (een bronzen monument in het Noord-Hollandse Middenbeemster). Na zijn studie, in 1937, krijgt Steenbergen een baan als docent aan de Tilburgse Academie. Een jaar later wint de kunstenaar de Prix de Rome voor de beeldhouwkunst. Het levert hem een beurs op waarmee hij zich een jaar lang, op verschillende plekken in Europa, verder kan ontwikkelen als beeldhouwer. Steenbergen brengt het grootste deel van het jaar door in Rome. De kwaliteit van het werk dat hij dat jaar levert en zijn grote inzet maken indruk op de jury van de Prix de Rome. Die besluit hem voor te dragen voor een tweede stipendiumjaar. Steenbergen maakt dat tweede jaar niet af. Het is 1940, en de oorlog dwingt hem terug te keren naar Nederland. Net voor de Duitsers Nederland binnenvallen meldt Steenbergen zich bij het leger. Het Nederlandse leger geeft zich al snel over, waarna Steenbergen weer aan de slag gaat als docent aan de Tilburgse Academie. Dat gaat niet zonder horten of stoten. Na de capitulatie roepen de Duitsers Steenbergen op om zich als officier te laten interneren; hij zorgt voor valse papieren en stempels om vrijstelling te krijgen. Later weigert hij, tot grote ergernis van de nazi’s, de opdracht een buste van Mussert te maken. Niet veel later belandt hij in het Oranjehotel, een gevangenis in Scheveningen. Na zijn vrijlating duikt hij onder bij zijn huisarts. Hij kan gedurende de rest van de Tweede Wereldoorlog, onder de censuur van de Duitsers, nauwelijks werken als kunstenaar. Toch brengen de oorlogsjaren Steenbergen niet alleen ellende. Op de Tilburgse Academie maakt studente Else Potjer diepe indruk op hem en in 1943 trouwen ze te Breda. Hij heeft zich inmiddels gevestigd in Teteringen, tussen het Brabantse Breda en Oosterhout (waar hij later gaat wonen). Kort na de oorlog richt Steenbergen samen met twee andere kunstenaars de Vrije School voor Beeldende Kunsten op, de latere kunstacademie Sint-Joost. In 1949 reist hij samen met Else naar Frankrijk en Italië. De jury van de Prix de Rome kende hem voor de oorlog een derde stipendiumjaar toe, waar hij op een later tijdstip gebruik van mocht maken; dat doet hij dus in 1949. Na 1953 verhuist hij naar Oosterhout. In de jaren die volgen krijgt Steenbergen verschillende opdrachten voor pontificalia van bisschoppen, zoals borstkruizen en bisschopsstaven. In de jaren zestig maakt hij ook de bronzen deuren voor de Annunciatiekerk in het Israëlische Nazareth. In 1973 wordt Steenbergen Ridder in de Orde van Oranje Nassau; drie jaar later ontvangt hij ook een pauselijke onderscheiding en mag hij zich Ridder in de Orde van de H. Gregorius de Grote noemen. Steenbergen neemt in 1980 zitting in de Commissie op de Beeldenaar, die advies uitbrengt over het uiterlijk van de nieuwe Nederlandse gulden. De kunstenaar blijft actief en snijdt in zijn leven ruim 130 penningen, tientallen beeldhouwwerken en talloze altaren, reliëfs en andere kunstvoorwerpen. Op 8 maart 1997 overlijdt Niel Steenbergen in zijn woonplaats Oosterhout.]
Geboorte: 1911
Overlijden: 1997
Rollen: