Skip to content

Menu

Museum Helmond

Lucebert

Gedurende heel zijn artistieke leven heeft Lucebert (1924-1994) zich intensief toegelegd op zowel de schilderkunst als de dichtkunst. In de loop der tijd kwam hij tot een geheel eigen handschrift, met de veelbetekenende ‘verspreking’ (in woord) en de grillige inkttekening (in beeld) als terugkerende elementen. Luceberts ontwikkeling als kunstenaar is grotendeels autodidactisch. Hij werd geboren als Lubertus Jacobus Swaanswijk. Op zijn vijftiende volgde hij een half jaar lessen aan de Amsterdamse Kunstnijverheidsschool. Na een zwervend, maar creatief bestaan halverwege de jaren veertig sloot hij zich eind 1948 aan bij de Experimentele Groep Holland, waar hij zich vooral als dichter profileerde. Niet lang daarna ging dit gezelschap beeldende kunstenaars op in de internationale Cobragroep. In het tijdschrift Cobra, uitgebracht naar aanleiding van de eerste Cobratentoonstelling in het Stedelijk Museum in Amsterdam, in 1949, publiceerde Lucebert zijn ‘Verdediging van de Vijftigers’. Met dit controversiële gedicht, waarin hij afrekende met de heersende kunstopvattingen, verwierf Lucebert aanzienlijke bekendheid. Ook voorzag hij de groep experimentele dichters waartoe hij behoorde van een blijvende naam (De Vijftigers). Na een meningsverschil, vrijwel meteen na de opening van de tentoonstelling in Amsterdam, liet Lucebert de Cobrabeweging achter zich. Na Cobra kwam hij tot meer vrijheid in zijn werk. Typerend zijn de rasters van lijnen, stippen en kruisjes, waar hij zijn opzettelijk beverig vormgegeven mens-, dier- en fantasiefiguren tegen afzette. Veel van zijn figuren kennen een onnozele kwetsbaarheid, die vaak geestig uitwerkt. Gaandeweg ontwikkelde hij een repertoire dat hij bestempelde als zijn “persoonlijke mythologie”. Toch is zijn werk meer dan een uiting van zijn eigen belevingswereld. Vaak appelleren de absurde voorstellingen en karikaturale figuren aan sociaalmaatschappelijke misstanden, die op ironische wijze worden uitvergroot en geridiculiseerd. In de tweede helft van de jaren vijftig begon Lucebert ook regelmatig te schilderen, iets waartoe hem voorheen de middelen ontbraken. Aanvankelijk zijn invloeden van Klee (1879-1940) en tijdgenoten als Corneille (1922-2010) en Pedersen (1913-2007) in zijn werk te herkennen. Vanaf de jaren zestig gaat hij steeds monumentaler te werk, met grote doeken vol fantasiewezens die doen denken aan zijn vroegere Cobrawerk. Kenmerkend is de sterk gestructueerde verfhuid, die ontstond door herhaaldelijk overschilderen. Naast olieverfschilderijen maakte Lucebert ook aquarellen en grafiekkunst. Pas in de jaren tachtig verscheen er weer een reeks dichtbundels van zijn hand. In de laatste jaren van zijn leven legde hij zich vooral toe op fotografie en het vervaardigen van keramiek.
Geboorte: 15-09-1924
Overlijden: 10-05-1994
Rollen: