Anton Corbijn

Anton Corbijn wordt in 1955 geboren als domineeszoon in een dorpje bij Rotterdam. Hij wil rockster worden, maar blijkt geen muzikaal talent te zijn. Wel maakt hij als kind al enthousiast foto's van zijn omgeving. Hij besluit daarom zich als fotograaf een plek te veroveren binnen de muziekwereld. In 1972 maakt hij zijn debuut in een populair muziektijdschrift met een foto van een popconcert. Sindsdien werkt Corbijn als vaste fotograaf voor Herman Brood en het muziekblad OOR. Als hij in 1979 naar Londen verhuist, bieden grote namen zich bij hem aan. Hij portretteert onder andere David Bowie, Miles Davis, The Rolling Stones en Kraftwerk. De hechtste samenwerking ontstaat met U2. Sommigen beschouwen de fotograaf als het vijfde lid van de band. Anton Corbijn beperkt zich niet tot fotoportretten van artiesten. Ook beroemdheden uit de filmwereld, befaamde schrijvers, politici en zelfs koningin Beatrix poseren voor zijn lens. Daarnaast maakt hij verscheidene videoclips en films. Platenhoezen en decors voor concerten van bijvoorbeeld Depeche Mode en Metallica behoren eveneens tot zijn oeuvre. De fotografische werken van Corbijn worden geprezen om hun experimentele en levendige karakter. Ze kenmerken zich door een groot contrast tussen licht en donker, tussen scherp en onscherp. De composities zijn vaak streng en doordacht. Bovendien zitten de voorstellingen vol symboliek. In het eerste decennium van de 21ste eeuw is Corbijn een geliefd fotograaf, die met een aantal prijzen is onderscheiden. Met de docudrama 'Control' (2007) -over de zanger Ian Curtis van de legendarische Britse punk-band Joy Division- breekt Corbijn door in de filmwereld. Daarna maakt hij de succesvolle speelfilm 'The American' (2010), met George Clooney in de hoofdrol.