Skip to content

Menu

Museum Helmond

Esther Janssen

“Ik maak bestaande beelden leeg. Zo leeg dat alleen de retouchering nog overblijft, als make-up zonder gezicht.” In een poging haar eigen bestaan te duiden en dat van de maatschappij te becommentariëren, maakt Janssen make-overs van afbeeldingen van bestaande objecten en locaties. Haar werk toont raakvlakken met de simulacrumtheorie van de Franse filosoof Jean Baudrillard (1929-2007), die stelt dat we in toenemende mate representaties van de realiteit ervaren als de realiteit zelf. Vaak volgen op een ontmoeting met de ‘echte’ realiteit gevoelens van teleurstelling omdat deze toch minder mooi is dan gedacht. Deze verwarring tussen ideaalbeeld en realiteit vormt de basis van Janssens werk. De alomtegenwoordige reclame- en vermaakindustrie schotelt ons geïdealiseerde afbeeldingen van de werkelijkheid voor waar we onszelf bewust of onbewust aan spiegelen en onze behoeften op afstemmen. De scheidslijn tussen wat echt is en wat niet wordt met de opkomst van internet alleen nog maar diffuser. We worden verleid om in deze lege levensvormen te bestaan en ertoe gedwongen erin te geloven, zo stelt deze kunstenaar. We raken hierdoor steeds meer vervreemd van de realiteit, iets wat ze als verstikkend en gewelddadig ervaart. In haar wens de leegte en vervreemding van ons bestaan zichtbaar te maken, zoekt Janssen naar de meest lege, meest ontmenselijkte vorm en inhoud in haar kunstwerken. Ze kwam uit op het maken van computertekeningen met behulp van Photoshop en het maken van genaaide schilderijen en objecten van kunstleer. De levenloze materialen en tijdrovende, absurde technieken ademen een steriele perfectie. Foto’s op internet vormen het vertrekpunt, meestal van ogenschijnlijk onbeduidende onderwerpen zoals huizen, speeltuinen en interieurs. Vaak overdrijft en uniformiseert Janssen de artificiële kleuren in de fotobewerking, die ze in vele beeldlagen opbouwt. Deze beeldlagen kunnen gedurende het proces weer worden aangepast. Dit is een wezenlijk verschil met echt schilderen, waarbij een nieuwe verflaag de vorige ontoegankelijk maakt. Zodoende creëert ze naar eigen zeggen de perfecte illusie, één die zo perfect is dat je er niet langer in kunt geloven. Het toont alleen nog maar de lege huls waarmee we ons dagelijks leven vormgeven: kil en vervreemdend. Janssen voelt zich verwant met neo-popkunstenaars als Jeff Koons (1955) en Takashi Murakami (1963), die de verworvenheden van de Pop Art uit de jaren zestig en zeventig vertalen naar de hedendaagse actualiteit. Ook zijn er parallellen met de werkwijze van Wim Delvoye (1965) en Michael Raedecker (1963), beide kunstenaars met een sterke voorkeur voor arbeidsintensief handwerk.
Geboorte: 1976
Overlijden:
Rollen: