Skip to content

Menu

Museum Helmond

Hildo Krop

Hildo Krop (Steenwijk 1884 – Amsterdam 1970), die uit een kunstminnende en sociaal vooruitstrevende bakkersfamilie komt, volgt een opleiding tot (banket-)bakker en kok. In zijn vrije tijd schildert en tekent hij. Om fraaier marsepeinwerk te kunnen maken volgt hij boetseerlessen. Hij werkt een tijd in Brussel, waar hij onder de indruk raakt van het beeldhouwwerk van Constantin Meunier (1831-1905). Een van zijn klanten ziet zijn talent als kunstenaar en moedigt hem aan om te gaan studeren. Dit doet hij eerst in Parijs en vanaf 1908 volgt hij de beeldhouwklas van de Amsterdamse academie. Hij krijgt les van Bart van Hove (1850-1914), maker van veel standbeelden en sculpturen aan gebouwen, waaronder die van Pierre Cuypers (1827-1921) en Hendrik Petrus Berlage (1856-1934). In die tijd wordt het hakken in hout en steen nog niet aan de academie onderwezen. Daarom leert beeldhouwer John Rädecker (1885-1956) hem de fijne kneepjes van het werken in steen. Via zijn vriendschap met kunstenaar Jacob Bendien (1890-1933) komt hij in contact met het socialisme. Van 1908 tot 1918 is hij lid van de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij). Na het behalen van zijn diploma reist Krop vanaf 1911 gedurende twee jaar rond in Europa en hij komt uiteindelijk in Parijs terecht. Daar trekt hij op met andere Nederlandse vooruitstrevende kunstenaars en leert hij Piet Mondriaan (1872-1944) kennen en wellicht ook Ossip Zadkine (1890-1967). Krop heeft er les van Emile-Antoine Bourdelle (1861-1929), die als vriend van August Rodin (1840-1917) veel van diens werk heeft uitgevoerd. Weer terug in Nederland krijgt Krop contact met Piet Kramer (1881-1961), een van de architecten van de Amsterdamse School, die hem vraagt decoraties voor door hem ontworpen gebouwen te maken, zoals het Scheepvaarthuis. In 1916 krijgt Krop een aanstelling als beeldhouwer bij de dienst Publieke Werken van de gemeente Amsterdam. Hij werkt daar samen met vooraanstaande architecten zoals de al eerder genoemde Kramer en Michel de Klerk (1884-1923). Hij verzorgt decoraties aan bruggen, openbare gebouwen, scholen en woonhuizen. Sculptuur en architectuur vormen hierbij een organische eenheid. Door de opkomst van het Functionalisme in de architectuur en de economische crisis in de jaren dertig neemt de vraag naar architectuurdecoratie af. Hoewel de gemeente Amsterdam doorgaat met het laten aanbrengen van gebeeldhouwde decoraties aan architectuur, maakt Krop nu veel standbeelden. Deze worden gekenmerkt door een strenge gestileerdheid en klassieke uitstraling. In deze tijd neemt zijn interesse voor het socialisme en communisme zo sterk toe dat hij een reis naar Moskou en Leningrad maakt. Direct na de Tweede Wereldoorlog is Krop enige tijd voorzitter van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en ontwerpt hij een groot aantal monumenten voor gevallen verzetsstrijders en burgers. Als in de beeldhouwkunst steeds meer de nadruk op de abstractie komt te liggen, blijft Krop aan een herkenbare stijl vasthouden. Tot zijn dood in 1970 blijft hij aan het werk en krijgt hij nog talrijke opdrachten. Krop laat een omvangrijk oeuvre achter dat ook meubilair, theatermaskers en penningen omvat.
Geboorte: 06-02-1884
Overlijden: 20-08-1970
Rollen: Beeldhouwer in keramiek, Beeldhouwer, Tekenaar, Schilder, Bouwbeeldhouwer, Edelsmid