Skip to content

Menu

Museum Helmond

Martin Assig

Het oeuvre van Martin Assig (1959) laat zich moeilijk indelen in de gebruikelijke kunstcategorieën. Samengesteld uit hout, textiel en was, houdt veel van zijn werk het midden tussen sculptuur en schilderij. De kunstenaar spreekt zelf kortweg van ‘Bilder’. In zijn werk maakt Assig veel gebruik van encaustiek: een eeuwenoude schildertechniek waarbij in warme bijenwas en hars opgelost pigment op een houten drager wordt aangebracht. Daarbij ook gebruik makend van in was gedrenkte stroken linnen en papier, creëert hij hermetische, reliëfachtige structuren. Verder maakt hij houtskool- en potloodtekeningen, die hij eveneens vaak van een waslaag voorziet. Van 1979 tot 1985 volgt hij een opleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten in Berlijn. Tijdens zijn kunstzinnige vorming ontwikkelt hij reliekachtige objecten en schilderijen met titels als Rasenbänklerin en Kopflöcher. Inhoudelijk zijn twee belangrijke thema’s te onderscheiden. Enerzijds is zijn werk geworteld in de katholieke traditie, die hij met de paplepel kreeg ingegoten. Zowel materiaal als vormgeving roept associaties op met liturgische objecten, zoals misgewaden en kaarsen. Anderzijds verwijzen de beeldelementen naar het leven en het menselijke lichaam, variërend van antieke vruchtbaarheidsgodinnen met talloze borsten tot bloedbaansystemen bevolkt door bizarre figuren. Vaak ook zijn geïsoleerde ledematen in de waslagen te ontdekken. Het sobere, door zwart en grijs gedomineerde kleurenpalet, versterkt de hermetische, zware kwaliteit van zijn werk. Tegelijk behouden de kleuren door de vermenging met was een opmerkelijke transparante luminositeit. Assigs werken ademen de zoektocht naar de zingeving van ons bestaan en het bestaan van de wereld. Ambiguïteit is hierbij een vast gegeven, met tegenstellingen als verleden en heden, sacraal en triviaal, hoop en wanhoop, beschutting en ondergang en dood en leven. Zijn streven is kunst te creëren waarbij materiaal en samenstelling naar de achtergrond worden gedrongen en alleen nog het totaal van de beeldelementen spreekt. De kunstenaar spreekt van aura als de uitwerking van een kunstwerk resulteert in een onuitsprekelijke ervaring (openbaring). Goede kunst heeft in zijn optiek geen eenduidige betekenis, maar is in staat om telkens een nieuwe waardevolle ervaring teweeg te brengen. Ondoorgrondelijkheid is in zijn optiek geen tekortkoming, maar een doel op zich: “Ich finde es beruhigend, etwas anzuschauen, was ich nicht verstehe”.
Geboorte: 1959
Overlijden:
Rollen: