Martin T.J.M.van de Laar

Het werk van Martin van de Laar (1961) laat zich het beste omschrijven als reflecties op het tekenen en schilderen zelf, dat hij beschouwt als een reeks van voor een ander waarschijnlijk onlogische en ondoelmatige handelingen, die lang niet altijd het gewenste resultaat opleveren. Het is daarom goed dat dit proces doorgaans binnen de beslotenheid van het atelier plaatsvindt, aldus de kunstenaar. Martin van de Laar volgde een opleiding aan de Academieklas in Tilburg (1972-1974) en de Rijksacademie in Amsterdam (1974-1979). Met zijn eindpresentatie, een ontwerp voor een muurschildering in het Kurhaus in Scheveningen, won hij in 1979 de Prix de Rome. Tijdens de daaraan verbonden vervolgstudie bestudeerde hij een half jaar lang de compositietechnieken van De Kruisoprichting (1610) en De Kruisafneming (1612-14) van Peter Paul Rubens in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen. Vanaf 1980 woont en werkt hij in Helmond, waar hij in 1984 een atelier huurde in de voormalige cacaofabriek. Aanvankelijk maakte hij enkele (ontwerpen voor) meterslange muurschilderingen. Kenmerkend voor deze vroege werken zijn een expressieve schildertoets en een bont kleurenpalet, waarmee één of enkele figuren zijn weergegeven in een denkbeeldige ruimte. Na 1986 verdwijnt de menselijke figuur uit zijn composities. Zijn vormentaal en kleurenpalet worden soberder en meer afgebakend. Ook wordt het formaat van zijn werk steeds kleiner. Gaandeweg ontwikkelt hij een persoonlijk en expressief handschrift, waarin landschappelijke en architecturale elementen of voorwerpen zijn te herkennen. Soms zijn de werken geheel abstract. Van de Laar schildert op kleine houten paneeltjes, doeken, of reeds bestaande schilderijen die hij in kringloopwinkels koopt. Bij het overschilderen van deze schilderijen zijn vaak delen van de originele verfhuid zichtbaar gelaten. Ook schemert de structuur van de oude verflagen door de schildering heen. De historie wordt zo een wezenlijk onderdeel van de betekenis van het nieuwe schilderij. Van de Laar nam deel aan diverse groepstentoonstellingen, onder andere in het Van Abbemuseum (1982) en in het Noord Brabants Museum (1989). Hij is medeoprichter van de Stichting De Nederlandsche Cacaofabriek (1993), waarvan hij in 2006 werd benoemd tot directeur. Vanaf die tijd houdt hij zich voornamelijk bezig met organisatorische taken en het maken van tentoonstellingen.